Verse 1
G#
Duizenden strepen,
G#
duizenden
bomen,
G#
’k ben in gedachten,
G#
ik ben aan het dromen.
C#
Je zit in mijn auto en
G#
voel me bevrijd,
G#
daarin zit mijn leven, ik
D#
heb alle tijd.
Verse 2
G#
Je zit zonder zorgen,
G#
nergens aan denken,
G#
even maar stoppen om
G#
bij te tanken;
C#
flitsende lampen,
G#
de motor die draait,
G#
toch waarschuwt een haan in je
D#
hoofd die kraait.
Chorus
Ik weet
G#
nu dat er een
C#
engelbewaarder
best
G#
aat,
je kunt haar niet
G#
zien als ze zachtjes tegen je
D#
praat.
Ik weet nu
G#
ook dat zo’n
C#
engelbewaarder op je
G#
let,
ik kan het
G#
weten, ik ben er
D#
zelf eens door gered
G#
Verse 3
G#
Tien kilometer, dan ben je weer thuis,
G#
je ziet in de verte het dak van je huis.
Je
C#
voelt dat je slaap hebt, toch
G#
rijd je maar door,
een
G#
engelbewaarder die
D#
bijna
verloor
G#
Verse 4
G#
En dan zie je bloemen, alles is wit,
G#
het is toch je moeder die naast je zit.
C#
Je kijkt in haar ogen en
G#
ziet dan een traan
G#
alsof ze wil zeggen: “Voor
D#
zichtig
voortaan”
G#
Chorus
Ik weet
G#
nu dat er een
C#
engelbewaarder
best
G#
aat,
je kunt haar niet
G#
zien als ze zachtjes tegen je
D#
praat.
Ik weet nu
G#
ook dat zo’n
C#
engelbewaarder op je
G#
let,
ik kan het
G#
weten, ik ben er
D#
zelf eens door gered
G#
Anterlude
| G# | G# | G# | G# |
| C# | G# | G# | D#* |
| G# | A |
Chorus
Ik weet
A
nu dat er een
D
engelbewaarder
be
A
staat,
je kunt haar niet
A
zien als ze
A
zachtjes tegen je
E
praat.
Ik weet nu
A
ook dat zo’n
D
engelbewaarder op je
A
let,
ik kan het
A
weten, ik ben er
E
zelf eens door gered
A
ik kan het
A
weten, ik ben er
E
zelf eens door gered
A